Door de nacht heen slaap je vaak aan één stuk door, denk je. Maar tijdens je nachtrust gaat je lichaam door 4 verschillende fases heen om in slaap te vallen. Deze slaapcyclus duurt ongeveer 90 minuten en maak je vijf keer per nacht mee.
Fase 1: Inslapen
Inslaapfase is een hersenactiviteit die maar een paar minuutjes duurt. In deze lichtste slaapfase bewegen je ogen langzaam heen en weer. Hierin is het nog makkelijk om wakker te worden van geluiden of een slaapstuip. Bij een slaapstuip spannen je spieren kort aan waardoor het lijkt alsof je valt.
Fase 2: Lichte slaap
In de lichte slaap ben je voornamelijk door de hele nacht heen. Op dit moment ben je wel in slaap, maar nog niet diep. Je wordt niet meer wakker van elk geluid, maar je hebt het idee dat je niet geslapen hebt als je dan toch wakker zou worden van een geluidje.
Fase 3: Overgangsfase naar diepe slaap
In de overgangsfase naar de diepe slaap komt je lichaam echt tot rust. Tijdens deze fase zal onder andere de ademhaling regelmatig worden, het hartritme daalt en je spieren gaan ontspannen. Het komt ook niet snel voor dat je vanuit deze fase in een keer wakker wordt, mocht dit voorkomen zul je in verward wakker worden en even moeten beseffen waar je jezelf op dat moment bevindt.
Fase 4: REM-slaap
Tijdens de REM-slaap gaan je ademhaling en hartritme van rustig naar onregelmatig en zal je bloeddruk stijgen. Je spieren zijn op dit moment helemaal ontspannend of in sommige gevallen zelfs verlamd. Dit staat los van een bekende slaap term: slaapverlamming. Dit komt voor als je een gebrek aan slaap hebt of een onregelmatig slaapritme.
Tijdens de REM-slaap heb je de meest levendige dromen die je het vaakst nog kunt onthouden.